Zilvervliesrijst met bloemetjes

Zilvervliesrijst met bloemetjes

Hij was jong, veelbelovend en zag er goed uit. Het leven lachte Gerrit Grijns (1865-1944) toe. Eind 1900 deed deze arts in Nederlands-Indië onderzoek naar beriberi, een gruwelijke ziekte die vooral in de tropen slachtoffers eiste. Patiënten leden aan verschillende afwijkingen: van het zenuwstelsel, hart en vaten of de psyche. Men dacht dat een bacterie de boosdoener was.

Het vermoeden bestond al dat de oorzaak in de voeding lag. Grijns nam in zijn laboratorium 240 kippen onder zijn hoede, want die leden ook aan de ziekte. Nauwgezet hield hij bij welke witte rijst kregen – die gingen van hun stokje – en welke zilvervliesrijst, want die bleven gezond.

Grijns constateerde dat de beschermende stof in de witte rijst ontbrak, de stof die jaren later de naam vitamine B1 (thiamine) kreeg. De Nobelprijs voor de geneeskunde liep hij in 1929 mis, die ontving zijn meerdere – die niet het baanbrekende werk had verricht. Zo gaan die dingen.

Als eerbetoon aan Gerrit Grijns maken we vandaag zilvervliesrijst die we koken in kippenbouillon. Deze rijst is niet gortdroog, het euvel waar menig jarentachtigmaal onder gebukt ging. We eren de man die de geschiedenis is ingegaan als de vader van de moderne voedingswetenschappen. 

Ingrediënten voor zilvervliesrijst met bloemetjes, bijgerecht voor 2 personen.

1½ liter (kippen)bouillon

60 g zilvervliesrijst (ik nam basmati zilvervlies)

scheut neutrale olie

2 sjalotten, gesnipperd

2 tenen knoflook, fijngehakt

tijmblaadjes van 10 takjes

zeste van 1 biologische citroen

1 limoen

peper naar smaak

eetbare bloemetjes

Doe de bouillon in een grote pan, breng aan de kook en voeg de rijst toe (of volg de aanwijzingen op de verpakking). Neem geen snelkookzilvervliesrijst. Laat ongeveer 25 tot 30 minuten zachtjes koken. Bak in de tussentijd in een koekenpan de sjalotten glazig in een scheut olie. Voeg na een minuut of 10 de gehakte knoflook toe. Schep om en laat heel langzaam bruinen.

Proef de rijst. Is-ie gaar? Dan kunt u hem afgieten. Laat 10 minuten afgedekt staan. Voeg bij het sjalotmengsel de tijmblaadjes en de citroensliertjes. Houd er een paar achter om te garneren. Pers de limoen, giet bij het sjalotmengsel en laat zachtjes pruttelen. Schep goed om. Breng op smaak met peper.

Stort de rijst in een kom, zet er een bord op en keer om. Garneer met de zeste en de bloemetjes (ik nam die van daslook, rozemarijn en doorgeschoten boerenkool). Weg is het geitenwollensokkenimago. Geen bloemen voorhanden? Garneer met tomaatjes. Serveer met een frisse salade en een stukje kippendij, want dat smaakt er lekker bij.

Trek in een ander retromaaltje? Pak dan de Römertopf!

Geen reactie's

Geef een reactie