Trend: terug naar de Inca’s

Met gemak liepen ze 17 kilometer per uur, de Inca-koeriers. Of het nu hun bouwwerken, wegen of boerderijen waren, bij de Inca’s was alles geregeld volgens ingenieuze systemen. Op de middelbare school schreef ik een werkstukje over de Inca’s en als niet onlangs in de biologische winkel quinoa was opgedoken, had ik niet zo snel aan dit volk gedacht – dat in de dertiende eeuw leefde in het gebied rond Cuzco in Peru.
Het bleef in de biologische winkel trouwens niet bij quinoa alleen, dat voedzame en multifunctionele graan dat veel proteïne bevat. Een schap verderop lagen de Inca-bessen, waaraan heilzame werking wordt toegeschreven: superbesjes dus. Duur en lekker zuur. Enig speuren leverde meer op. Zo zijn er zelfs Inca-schoenen (loop je daar harder op?). En op de purpura bacca-bes als afslankmiddel lopen inmiddels een aantal fabrikanten binnen.
Ook in de snackindustrie wordt voorzien. Het bedrijf InkaCrops produceert chips (van onder meer mais) met ‘ingrediënten uit oude tijden’ als zout en azijn. Zij zijn niet de enigen. Het zal niet lang meer duren tot de biologische winkel die ook heeft ontdekt en als gezondheidssnack op de markt brengt. De Chinezen brengen nu chips op de markt met Inca-smaak.
Intussen hebben de boeren in de Andes het zwaar. Doordat wij quinoa hebben ontdekt, zijn de prijzen gestegen en kunnen de bewoners hun eigen gewas niet meer betalen. Gevolg: de fastfoodindustrie voorziet er nu in goedkoop en ongezond voedsel.
Geen reactie's

Geef een reactie