bloedsinaasappeltaartjes

Bloedsinaasappeltaartjes nu het kan!

Het laatste woord is er nog niet over gesproken. De echte bloedsinaasappels komen uit Sicilië, zeggen de Italianen. Maar wat doet die Spaanse Sanguinelli uit de supermarkt dan in mijn keuken? Hebben Valenciaanse wetenschappers deze genetisch gemanipuleerd en daarmee van de rode kleur voorzien, zoals Sicilianen beweren?

Volgen we de Spaanse lijn, dan komen we uit in Almenara, vlak bij Valencia. Daar ontstond in 1929 een spontane mutatie uit de Doblefina-bloedsinaasappelboom. En oké, die boom is ronduit lelijk, maar die vrucht mag er wezen, aldus de telers. Deze soort is inmiddels een populair export-seizoensproduct.

Voor sinaasappelreceptuur raadpleegde ik kookboekenschrijver Claudia Roden (1936), de grande dame van de mediterrane keuken. Zij gebruikt complete sinaasappels in haar amandeltaart, wat past bij mijn streven om van kop tot kont te koken en het hele product te gebruiken.

Kunt u geen bloedsinaasappels vinden, wees dan niet bevreesd. Zijn ze wel voorradig, pers er dan een paar uit en vries het sap in zodat u er straks, als er weer asperges zijn, een fijne hollandaise-bloedsinaasappelsaus van kunt maken. Daarover een volgende keer meer.

Ingrediënten voor 15 tot 20 bloedsinaasappeltaartjes

2 of 3 bloedsinaasappels

6 eieren (waarvan 1 losgeklopt)

225 g suiker

250 g zelfrijzend amandelbakmeel (Koopmans) of 250 g amandelmeel met 10 g bakpoeder

125 ml slagroom

Ter garnering: amandelschaafsel, eventueel rode en blauwe bessen

15 tot 20 cakevormpjes

Boen de sinaasappels goed om het waslaagje te verwijderen. Leg er twee in een magnetronschaaltje en dek af met magnetronfolie. Zet de magnetron op 700 watt en verwarm 2 tot 3 minuten. Laat afkoelen. Geen magnetron? Kook dan de sinaasappel 2 uur in water. Schil de derde sinaasappel. Snijd het vruchtvlees in ragfijne plakjes, om mee te garneren.

Klop 5 eieren schuimig en voeg de suiker toe. Mix goed. Doe dan het amandelbakmeel erbij en mix wederom goed. Snijd de magnetronsinaasappels in stukken. Verwijder alleen de pitjes en het groene kontje. Pureer met behulp van een staafmixer. Voeg bij het cakebeslag. Doe dan de slagroom erbij. Mix nog even goed door. Verwarm de oven voor op 180 graden.

Lepel het beslag in de vormpjes, bestrijk met wat losgeklopt ei, en garneer met een sinaasappelplakje en eventueel wat schaafsel. Zet op een ovenrooster. Bak gedurende 35 tot 40 minuten, afhankelijk van uw oven. Let er wel op dat het schaafsel en de sinaasappel niet verbranden. Controleer met een satéprikkertje of de cakejes gaar zijn. Dat is het geval als de prikker er schoon uit komt.

Serveer met rode en of blauwe bessen en eventueel een dot slagroom.

Pannenkoekjes met amandelmeel zijn trouwens ook lekker!

Geen reactie's

Geef een reactie