Amandelkoekjes van St. Franciscus

Het liefst had ik vandaag een vogeltje in de pan gedaan, of een ander lekker dier. Toen ik onderzocht wat Sint Franciscus van Assisi graag at, kwam ik niet op een beestje uit – terwijl het vandaag toch Dierendag is en wij hem eren. Nee, hij had de beesten lief en preekte zelfs voor de vogeltjes, die in aanbidding luisterden.

Franciscus werd rond 1181 geboren in Italië. Hij was een wildebras die prachtig kon zingen, van lekker eten hield en goed gekleed ging. Dat hield allemaal op toen God op zijn pad kwam; daarmee verdween de losbandigheid.

Hij gooide het roer om en stichtte een kloosterorde. Zijn motto: minder, minder! De monniken leefden van aalmoezen en aten bitter weinig. Dat was in die dagen zeer hip. Duizenden volgelingen deden net als hij, onder wie een aantal dames. Voor eentje had hij een zwak: Giacomina Frangipani, een adellijke dame. Als hij zichzelf toestond wat lekkers te eten, dan koos hij haar amandelkoekjes. Op zijn sterfbed vroeg hij speciaal om die paletta di mandorla.

Zij bracht onmiddellijk een mandje vol. Nog altijd worden deze koekjes in de omgeving van Assisi op 4 oktober gebakken. Dit recept komt uit het boek Cooking with the Saints. Ik heb de bereidingswijze iets aangepast en er anijszaadjes aan toegevoegd.

– 3 grote eieren
– 120 g suiker
– 300 g bloem
– 75 g amandelmeel
– 1 theel. bakpoeder
– 1 volle theel. anijszaadjes
– merg van een 1/2 vanillestokje
– snuf zout
– 100 g amandelen (ik nam geroosterde met vlies), gehakt. Vijzel 1 handje grof
– 110 g boter (zacht)
– bakpapier

Bereiding paletta di mandorla

Mix de eieren en de suiker glad. Voeg de bloem beetje bij beetje toe, het is handig om kneedhaken te gebruiken. Doe het amandelmeel, het bakpoeder, de anijszaadjes, het vanillemerg en het zout erbij en blijf mixen. Voeg de gehakte noten (ook de grofgestampte uit de vijzel) toe. Doe de zachte boter erbij en mix.

Als het deeg een kauwgomachtige structuur heeft, bent u op de goede weg. Bekleed een bakplaat met een stuk bakpapier, bepoeder uw handen met tarwebloem en vorm van het deeg een aantal worsten met een doorsnede van 3 centimeter (dit is een plakkerig werkje). Die bakt u gedurende 15 tot 20 minuten op 200 graden goudbruin. Laat afkoelen en snijd dan in repen van 2 centimeter. Grill de koekjes gedurende 3 minuten, dan zijn ze lekker krokant. Eet ze bij voorkeur lauwwarm. Zijn ze niet meer lekker vers? Piep ze even op onder de grill, dan smaken ze als herboren.

Geen reactie's

Geef een reactie