Het huisje was van broodjes gemaakt en met pannekoeken bedekt. De uitgehongerde Hans maakte aanstalten om zijn tanden in het dak te zetten. Hij zei tegen zijn zus Grietje: ‘Eet jij maar van het venster, dat is lekker zoet.’ Daar zat ik dan als kind: watertandend met het sprookjesboek van Grimm...